vrijdag 11 juli 2014

ROCK WERCHTER 05/07/14


"Ik ben hier niet verantwoordelijk voor"
Zaterdag was het zover. De dag waar ik het hele jaar naar heb uitgekeken. 
Mijn wekker ging die ochtend tamelijk vroeg, zodat ik nog genoeg tijd had om de laatste voorbereidingen voor het festival te doen, m'n "festival-outfit" uit te zoeken en mezelf mentaal voor te bereiden voor - in mijn geval - het hoogtepunt van die dag: The Black Keys. Het was dik twee uur rijden naar het festivalterrein, wat ergens bij een langgerekt rijke-Belgen dorpje lag. Gek genoeg was ik die ochtend totaal niet zenuwachtig, terwijl ik op het punt stond om voor de eerste keer naar een mega-festival te gaan, met meer dan 60.000 mensen bij elkaar op een paar velden, waar ik op één dag meer bekende artiesten zou zien, dan dat ik in m'n hele leven bij elkaar had gedaan. Oké, stiekem toch wel een beetje spannend, maar ik had er vooral héél veel zin in.




Eenmaal aangekomen op een enorm parkeerveld, zijn we maar gewoon achter de horde mensen met festivalbandjes aan gelopen, totdat we bij de officiële ingang van Rock Werchter kwamen. Tickets controleren, tassen nakijken, festivalbandjes om en plotseling stonden we recht tegenover de main stage, waar Kodaline op dat moment speelde. Kodaline is niet helemaal mijn muziek, maar toch was het gaaf om ze daar zo te zien staan.
De weersvoorspelling van die dag was eigenlijk behoorlijk slecht: regen, regen en nog eens regen. Toch werd het weer juist steeds beter naarmate we Werchter naderden. Het was zelfs behoorlijk warm en zo nu en dan kwam de zon tussen de wolken tevoorschijn. Op het grote veld bij de "festival market" ontmoetten we de twee vrienden van m'n ouders, die behoorlijk ervaren festivalgangers zijn en ons die dag tips en tricks konden geven over hoe te overleven op een festival. Met hun hebben we die middag een beetje rondgestruind over het festivalterrein en hier en daar een concert meegepikt.
Rock Werchter heeft drie podia: KluB C The Barn en natuurlijk de Main Stage. In The Barn speelde onder andere Ozark Henry, waar ik na het tweede nummer toch maar weer ben weggegaan omdat het me niet bepaald aansprak, en in KluB C hebben we om diezelfde reden alleen het eerste nummer van Melanie De Biasio gehoord. Ik geef toe dat ik wat betreft muziek behoorlijk kieskeurig kan zijn - ik sta natuurlijk wel open voor nieuwe dingen hoor - maar je gaat niet een uur naar iets staan luisteren wat je eigenlijk toch niet echt leuk vindt...
Tegen zessen eindige op de Main Stage het concert van Schotse rockband Biffy Clyro, die om half zeven zouden worden opgevolgd door Triggerfinger. Terwijl een mensenmassa uit de voorste vakken wegstroomde, stonden wij al klaar om onszelf er tussen te proppen en een plekje binnen te hekken te bezetten. Niet dat één van ons zo'n enorme fan van Triggerfinger is: dit was allemaal onderdeel van ons meesterplan om uiteindelijk vooraan te kunnen staan bij The Black Keys... In eerste instantie overwoog ik nog om in plaats van Triggerfinger Imagine Dragons te gaan kijken in The Barn, maar achteraf gezien was het een véél betere beslissing om bij de Main Stage te blijven. We waren namelijk niet de enigen die hadden bedacht om twee uur van tevoren een plek op te eisen voor The Black Keys. Triggerfinger was heel leuk om live te zien: die drie Belgische kerels voelden zich duidelijk helemaal thuis op Werchter. Ruben (zanger/gitarist) sprong en danste constant rond over het hele podium, terwijl de drummer de bekkens van z'n drumstel vol overgave tongzoende (ehem). Al kende ik geen van de nummers die ze speelden, ik heb er geen spijt van dat ik niet naar Imagine Dragons ben geweest.
Toen om half zeven Triggerfinger onder luid gejuich het podium weer af ging, ontstonden er nieuwe mensen-stromen die óf de voorvakken uitliepen óf zichzelf verder naar voren probeerden te persen. Ik behoorde tot die tweede groep. "Vergeet even al je manieren en eis je plek op" was het motto, terwijl ik me samen met Rigo door de tegen elkaar geplakte mensenmassa heen drukte.Uiteindelijk kwamen we vast te zitten op zo'n 10 meter van het podium, zo dichtbij Dan en Patrick had ik alleen maar durven dromen... 
De roadies waren nog een half uur bezig met alles klaar zetten: eigen belichting instellen, videoschermen achter het podium ophangen en camera's checken. Ondertussen stond ik gelukzalig te staren naar een glimp van Patricks kleurige Ludwig drumstel, dat onder een zwarte doek stond verscholen, en daarnaast de bekende grote kist vol apparatuur, waar in het Brothers-lettertype groot "The Black Keys" op stond. Ik had het allemaal al zo vaak op foto's en in video's gezien, en om al die dingen dan plotseling in het echt te zien staan, voelde (en voelt nog steeds) best wel onwerkelijk.
Hoe dichter acht uur naderde, des te meer raakte het publiek opgewonde. Telkens als het podium klaar leek te zijn, klonk er ergens uit de massa gejuich, waarna er toch weer ergens een microfoon moest worden versteld. Maar toen werd het echt stil. Op de twee grote schermen aan weerszijden van het podium verschenen plotseling de roze-blauwe ronddraaiende spiralen - van de albumcover - en tegelijk klonk uit de metershoge boxen de zware, hypnotiserende stem van die enge kerel uit de teaser van Turn Blue. "Spin spin spin, around and around we go... Let yourself go... This is where it begins; in your mind. If you follow me, you will turn blue..." Het publiek zweeg, de man zweeg en op dat moment stapten Dan Auerbach en Patrick Carney, vergezeld met een extra bassist (Richard Swift) en toetsenist (John Wood), het podium op. Uit het publiek ontstond een explosie van gejuich en geklap, en toen ik ze zo op zag komen moest ik - ja, echt waar - bijna huilen. Niet heel normaal voor mij... of misschien ook wel, gezien de tijd dat ik ze al live wil zien en de hoeveelheid foto's en video's die ik van hun concerten heb bekeken. Dan en Pat zagen en precies zo uit zoals ik ze had voorgesteld: Patrick een lange slungel (die afgelopen jaren ietwat is aangekomen) en Dan natuurlijk in een zwart leren jack met een zonnebril op. Het was perfect. Zij waren perfect.
"Let's play all the sadness en frustration away" refereerde Dan nog even aan de WK-nederlaag die België vlak daarvoor had geleden, waarna Pat zonder twijfels de intro van Dead And Gone inzette. Op dat moment vielen ook de eerste druppels (van regen, geen bier) uit de lucht en even later begon het te plenzen. Maar dat liet de sfeer niet verwateren: van een totaal onbekende man die achter me stond kreeg ik opeens een poncho, en met of zonder regenpak; iedereen stond te springen en zong uit volle borst mee. 


Natuurlijk moesten The Black Keys zelf ook eerst een beetje inkomen, maar toen door Dan bij het vijfde nummer de guitar-riff van Gold On The Ceiling werd ingezet, hadden ze werkelijk iedereen te pakken. 
De eerste helft van de set bestond voornamelijk uit nummers van El Camino en Brothers, met een enkeling van Turn Blue. Maar tot grote vreugde van de diehard-fans, kondigde Dan met "We're gonna play some oldies for ya soon" even later het begin van Strange Times (2008) aan. Even veranderden ze weer in die rauwe tweemansband uit Akron (Ohio), die hun albums in Patricks keldertje opnamen en rondtoerden in een veel te kleine bus. Niet dat ze heel veel van hun roots zijn afgeweken, ze zijn alleen duizend keer bekender geworden... Strange Times werd opgevolgd door het typisch jaren 70 rocknummer Gotta Get Away (Turn Blue), waar Dan tijdens de solo vliegensvlug van elektrische gitaar overschakelde naar een éénsnarige diddley bow, om een Amerikaanse folk-achtige toon te creëeren. Zo vlug als hij van diddley bow naar elektrische gitaar overschakelde, zo wisselde hij zowat na elk nummer van gitaar. Die zwak voor mooie - meestal vintage - gitaren heeft Dan zelf al eens toegegeven, en werd alleen maar duidelijker tijdens het concert.


Vooral de tweede helft van de setlist was ijzersterk: je kon merken dan Dan en Pat er zelf toen écht in zaten en het enorme, verregende veld van Rock Werchter werd helemaal plat gespeeld. Howlin' For You deed de mensenmassa al over-enthousiast op het ritme meespringen en zingen en bij Lonely Boy werden er tussen dat springen door hier een daar nog een paar regenachtige danspasjes gewaagd. Al is Dan een niet bepaald spraakzaam persoon, hij kon het niet laten om af-en-toe "Sing it!" het publiek in te roepen, wat met luid gejuich werd beantwoord. En na al dat gespring en gedans, pakte Dan plotseling in plaats van wéér een andere elektrische gitaar, zijn glimmend koperkleurige Dobro (een zogenaamde "resonatorgitaar"). Mijn hart maakte een sprongetje, want stiekem wist ik al wel welk nummer er zou komen. Voordat Dan meteen overging tot het nummer zelf, improviseerde hij nog een soort folky intro en plotseling werd de sfeer veel 'intiemer'. Iedereen stond écht te luisteren, nu er eens niet gesprongen hoefde te worden. Toen de bekende tonen van Little Black Submarines over het grote veld weerklonken, bleven de regendruppels even stilhangen in de lucht. Nouja, zo voelde het dan. Ze speelden het minstens net zo goed als het origineel, en om het Dan ook nog live te zien zingen, was al helemaal heart-breaking. Halverwege werd de Dobro plotsklaps weer ingewisseld voor een elektrische gitaar, en wisten ze het meespring- en zingniveau weer de lucht in te schieten. Een betere afsluiting van een concert bestaat er niet (al had het wat mij betreft de hele nacht door mogen gaan).
"Thanks for spending time with us" eindigde Dan de avond. Drumstokjes werden het publiek in gegooid (ik was niet agressief genoeg om me tussen de mensen te werpen, die twee meter naast me het stokje probeerden op te duiken) en onder oorverdovend gejuich en geklap verlieten de vier mannen de Main Stage. Ik bleef nog even staan nagenieten met de stiekeme hoop dat Dan en Patrick nog even terug zouden komen. Om me heen klonk uiterst tevreden geklets over wat een geweldige performance het was, of op z'n Belgisch "een zalig concert". Met een stralende lach en nog bruisend van de energie verlieten we de voorvakken van de Main Stage. Een enkeling durfde nog te klagen over het feit dat Dan geen hele monologen voor het publiek hield. Maar spraakzaam of niet, wereldberoemd of onbekend, ze zullen voor mij altijd die twee nuchtere jongens uit Nashville blijven, waar ik ooit zo'n ongelooflijk grote fan van ben geworden en komende jaren zeker nog zal zijn.


Op het festivalterrein kon je lege kartonnen borden meenemen, om tijdens concerten mee rond te springen. Ik natuurlijk weer in Black Keys-thema...

Hieronder de korte filmpjes die ik tijdens de set van The Black Keys heb gemaakt. Een beetje bibberig en niet echt compleet, maar voor mij vooral héle mooie herinneringen. 





Na afloop van het concert gingen we natuurlijk even langs de merchandise-stand, waar net shirts van The Black Keys waren aangekomen. Als aandenken aan Rock Werchter kreeg ik dit Turn Blue worldtour shirt, met op de achterkant onder andere de legendarische datum 5 juli...

*lege glaasjes en flesjes verzamelen voor gratis consumptiebonnen*

3 opmerkingen:

  1. Neeneeneeneeneenee ik ben net iets te jaloers. Ik zat in een verregent tentje te bibberen eniet jij Omg. Nee. Stop. Urmagud. Xx

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Aaaaaah, zo goed geschreven. Ik had hierbij MOETEN zijn haha. (Maar waarschijnlijk waa en naar imagina dragons en naar the black keys gegaan..)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Seems you are really happy!
    (By the way, thanks for your letter :))

    BeantwoordenVerwijderen

Ik vind het super leuk als je een reactie achterlaat! En natuurlijk neem ik ook een kijkje op jouw blog (als je die hebt) ;)